De naam Pajottegem, waarom toch?

Het Pajottenland, waar de dorpen elk hun eigen identiteit koesteren als een geuzebrouwer zijn moederbacteriën. Maar opgepast! Er waait een moderne wind door het glooiende landschap, en plots moet alles onder één dure vlag: Pajottegem! Een naam die klinkt als een mislukt fusieproject tussen een middeleeuwse baron en een marketingbureau uit Brussel.

De Vlaamse suffix “-gem” komt vaak voor in dorps- en stadsnamen, vooral in Oost- en West-Vlaanderen. 

Maar vandaag klinkt het banaal en achterhaald…

Urbanus zou er een grap over maken.

Waarom is het achterhaald?

Omdat het zo vaak voorkomt, klinkt het  ouderwets en banaal, zeker als je het combineert met typisch Vlaamse voornamen of termen. Denk aan fictieve namen en “Pajottegem” of “Boeregem”—die klinken als parodieën op Vlaamse dorpen.

Het plattelandsleven karikaturiseren, dat is wat het doet. 

Dus, een boerse naam voor het prachtige pajottenland.

Gooik, Lennik, Herne, Pepingen—al die trotse dorpjes die al eeuwenlang hun eigen kleine vetes en verenigingen koesteren, moeten nu gezellig samensmelten tot één groot geheel (of net niet, terwijl ze toch deel zijn van het pajottenlandse erfgoed). Want waarom zou je als inwoner van Kester of Tollembeek nog een eigen identiteit nodig hebben als je gewoon kan opgaan in een naam die klinkt als een attractie in Plopsaland?

En dan hebben we het nog niet over het kostenplaatje van dit prestigeproject. Miljoenen euro’s worden gestoken in nieuwe borden, logo’s en huisstijlen, terwijl de lokale boeren met hun aftandse tractoren nog steeds slalommen om de putten in de weg. Maar geen nood, beste Pajotten! Want binnenkort kan je trots zeggen dat je niet gewoon uit Bever of Galmaarden komt, maar uit Pajottegem, het kloppend hart van de plattelandse vooruitgang—traag, koppig en met een aroma van vers gemaaid gras en gemor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *